GEDICHT VAN EEN DAKLOZE
Dakloos zo worden wij genoemd
Van te voren al verdoemd
IK leef op straat en heb geen huis
In het donker is het eng en niet pluis
Er wordt gezegd we kiezen het pad van de vrijheid
Om alleen te zwerven over straat zonder benul van tijd
Ons leventje leven in isolement
Alsof dat ooit voor een mens gewent
Een thuis wordt niet gewaardeerd door velen
Op straat kunnen we veel beter met elkaar delen
Thuis is waar je hart is en waar ons gebed klinkt
Zodat je de moed niet in de schoenen zinkt
Sommigen zeggen we zijn helemaal gek
We krijgen zo maar klappen op onze bek
Dat we onze zielen zo goedkoop verkopen
Zodat onze kinderen eer brood kunnen kopen
Denk niet dat we zelf voor dit leven hebben gekozen
Dan verklaar ik je helemaal voor idioot
Een prostitué, een alcoholist of een junkie te zijn
Geeft je 100 procent op een verborgen plek in de goot
We zien mensen die ons uitlachen voor wie we zijn
Ze kijken ons gewoon recht aan met die lach
Wij zijn nu misschien oud en ziek en vol met zorgen
Maar ook voor hen komt ooit dezelfde dag
Ik leef in dekens vergeten in een donkere hoek
Mijn hoofd tegen de muur van het harde beton
Het geloof raak telkens weer een beetje zoek
Mijn handen beven en zijn gevoelloos en dood
Als je zag wat ik kon zien en beleefde wat ik kon beleven
Had je niet zo´n dis-respect en minachting voor mijn leven
De maatschappij leeft niet meer in mij
We tellen niet meer mee in het element van liefde
Maar hoogmoed komt voor de val beste mensen
Mag ik u het allerbeste van hieruit wensen
Indien u een plek nodig heeft met
een krant, een deken en een gebed
Dan kijk eens bij jou om de hoek
Daar vind je vast wel een dakloze bed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten